W@dgidsenWeb 2.1

U bent in menu 5. Nieuwsarchief

Broodkruimelpad

Home Wadlopen 2000 - 2006 WADGIDSEN VOOR DE RECHTBANK

Nieuwsarchief Wadlopen 2000 - 2006

WADGIDSEN VOOR DE RECHTBANK

woensdag 18 oktober 2000

LEEUWARDEN - Op woensdag 18 oktober 2000 dienden voor de kantonrechter te Leeuwarden de zaken tegen drie wadgidsen: eén maal naar aanleidng van een reddingsactie onder Schiermonnikoog en twee maal vanwege het begeleiden van een groter aantal deelnemers dan wettelijk is toegestaan.

Reddingsactie bij Schier
Op 28 augustus 1999 werd een groepje van 6 wadlopers door de reddingsboot van Schier van het wad gehaald ten zuiden van Schiermonnikoog. Na een navigatiefout van de gids bleek 2 uur na laagwater de laatste geul niet meer doorwaadbaar. Er werd alarm geslagen. Naar aanleiding van deze gebeurtenis is de wadloop B-vergunning van de gids ingetrokken. Wel kreeg de man een C-vergunning om individueel of met andere gidsen wadlooptochten te kunnen maken.



Nieuwsblad van het Noorden, 30 aug. 1999

De Officier van Justitie legde de gids ten laste dat hij de conditie van de groep deelnemers onvoldoende had ingeschat. Over het traject Eilander Balg - Sprutel was 1 uur en drie kwartier gelopen (afstand ca. 5 km), erg langzaam volgens hem. Na het bereiken van de niet meer doorwaadbare laatste geul bleek de groep niet meer in staat/bereid de gids in oostelijke richting te volgen, om te proberen op het wantij alsnog door de geul te komen.

De verdachte erkende een technische fout te hebben gemaakt die zeer door hem werd betreurd. Maar hij ontkende het ten laste gelegde dat hij de conditie van de groep onvoldoende had ingeschat. Hij kende de groep van een trektocht in de bergen.
De Officier gaf toe dat de bewijsvoering mager was. Maar was er sprake van afwezigheid van alle schuld ? Hij wilde met deze zaak een duidelijk signaal aan wadlopers geven: "U hebt een zware verantwoordelijkheid. Speel niet een gevaarlijk spel, neem geen enkel risico. We zitten er bovenop !" De straf hoefde echter niet zwaar te zijn. Het ten laste gelegde stond volgens hem in de schaduw van de werkelijke (niet vervolgbare) fouten. Hij eiste een voorwaardelijke geldboete van f 750,- met een proeftijd van twee jaar.

De rechter was van mening dat er een taxatiefout op het wad was gemaakt met vervelende gevolgen. De gids had adequaat hulp ingeroepen. Hij vond het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen nl. dat de gids de conditie van de groep onvoldoende had ingeschat en sprak hem daarom vrij. De Officier kondigde aan tegen het vonnis niet in hoger beroep te zullen gaan.

Te veel deelnemers
Tegen twee andere gidsen diende vervolgens de zaak ivm. het op 13 juli 1999 meenemen van 64 deelnemers ipv. de toegestane max. 50 deelnemers op een tocht naar Engelsmanplaat. Een van beide gidsen was op de zitting verschenen. De gids voerde aan dat het om overmacht ging. Zonder vooraf de gidsen daarvan in kennis te stellen kwam de groep (van een school) met 64 deelnemers aanzetten ipv. met de afgesproken max. 50 deelnemers. 'We konden ze toch niet laten staan'.
Volgens de Officier van Justitie had de school het probleem zelf moeten oplossen. 'U had er 50 moeten meenemen en meer niet'. De verdachte kon niet met schriftelijk bewijsmateriaal aantonen dat de schuld uitsluitend bij de school lag. Hij benadrukte dat er geen veiligheidsrisico's waren geweest.

Volgens de Officier 'begint de kwaliteit van het wadlopen met het naleven van de vergunningsvoorwaarden'. Als deze regels in de ogen van de wadgidsen overbodig zijn, dan moeten ze die aanvechten bij de regelgevers, nl. Provinciale Staten van de drie waddenprovincies. 'We blijven de maximale aantallen wadlopers handhaven. Het mag ook geen kostenplaatje worden: wat levert het mij (de wadgids) op, versus wat kost mij de bekeuring ?'Daarom was de Officier niet ingegaan op het voorstel van de verdachte voor een schikking. 'Het is heel ernstig wat er is gebeurd. We accepteren niet dat de vergunning zo wordt overtreden'. Eigenlijk wilde hij een (voorwaardelijke) gevangenisstraf eisen. 'Dit moet een signaal zijn naar iedere wadloper'. Hij eiste echter een onvoorwaardelijke geldboete van f 500,-.

Weerwoord van de verdachte: De veiligheid is absoluut niet in het geding geweest. Als we een 3e gids hadden meegenomen, was er niets aan de hand geweest.
De rechter achtte het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. 'Het maximaal toegestane aantal wadlopers is niet voor niks vastgesteld'. Hij veroordeelde de verdachte tot een onvoorwaardelijke geldboete van f 500,- of 5 dagen hechtenis.
Zowel de Officier als de veroordeelde gaven aan niet in hoger beroep te zullen gaan. De niet ter zitting verschenen tweede wadgids werd bij verstek tot dezelfde boete veroordeeld.

Lammert Kwant