Nieuwsarchief Wadlopen 2007 - 2012
13e WADLOOPTOCHT TEXEL-VLIELAND
- Gegevens
- Aantal Pageviews: 7992
donderdag 18 juni 2009
VLIELAND - Dinsdag 16 juni jl. is de wadlooptocht Texel-Vlieland voor de 13e keer gelopen en wel door Kees Rodenburg en Ben Verbree. Deze wadlooptocht is 29 km lang, duur van de tocht ca. 8 uur.
Met name het laatste deel van de tocht stond er nogal wat water. Het was de eerste eigen oversteek van beide wadlopers, ambitieus om met deze tocht te beginnen.
De stand van zaken
Twee dames en 25 heren hebben tot nu toe (een of meer keren) Texel-Vlieland gelopen gedurende eén laagwaterperiode.
De tocht in de andere richting, dus van Vlieland naar Texel is tot nu toe 2x gelopen door totaal 4 heren. De laatste keer was 22 jaar geleden. Wie volgt?
Voor een overzicht van alle gelopen Texel-Vlieland tochten klik hier.
Hieronder volgt het tochtverslag
VERSLAG 13e WADLOOPTOCHT TEXEL-VLIELAND op 16 juni 2009
De grote oversteek
In de mei-vakantie combineerde ik op Texel een gezinsvakantie met een verkenningstocht van ruim 25 km tot de westelijke uitlopers van het Foksdiep. Ik stelde vast dat drie uur voor laag water (Oudeschild) al eenvoudig vanaf de Schorren gestart kan worden en dat op de terugweg passage van de Binnen Breesem anderhalf uur na laagwater nog een makkelijke terugtocht mogelijk maakt met alleen het laatste half uur water tot halverwege de knieën.
In mei wilden we verkennen op Vlieland. De geplande overnachting en het lopen gedurende drie LW's werd door werkdruk gedwongen omgezet in een eenmalige verkenning van twintig km tot aan de Waardgronden. De situatie rondom het Keteldiep werd goed bestudeerd. Het vroeg afsteken van deze geul betekent een flinke inkorting van de route. Helaas konden we in verband met de afvaartijd van de boot niet wachten tot de geul volliep. Het oorspronkelijk plan om 30 juni of 1 juli de oversteek te maken bleek door verplichtingen in het buitenland onmogelijk. Er bleef een kans over. Dat was 16 juni, maar dus zonder verdere verkenning vanaf Vlieland.
Na het verwerken van onze verkenningen maakten we in combinatie met Google Earth een kaart met route langs tien waypoints en een tabel met streeftijden, uiterste passagetijden kompasrichting en coördinaten. Hierbij werden wij als kompasjongens bijgestaan door Joost Spierings. Zonder zijn hulp stonden we nu nog met de gps te klooien.
De planning was om 4.00 te starten en in het gunstigste geval om 11.01 Vlieland te bereiken en in het ongunstigste geval om 12.05 uur. Dat hield in vertrek 3.50 voor LW Oudeschild en finish 2.16 tot 3.20 na LW Vlieland-haven.
Met de boot van 21.30 gingen we 15 juni naar Texel. Om 23.00 uur gingen we slapen in Oosterend (met dank aan Miedema). De wind was ondertussen pal noord geworden en zeker 4 beaufort. De lucht was er ook nog eens dreigend uit gaan zien. De buienradar had al dagenlang laten zien dat er dinsdagochtend een klein buiencel actief zou zijn ten westen van Den Helder, maar dat de Waddenzee schoon zou blijven. In de nacht werd ik wakker van zwiepende takken en op de ruiten kletterende regen. Dat zag er niet lekker uit.
Om half vier was het gelukkig droog. We aten wat en vertokken iets te laat naar het wad. Na ons gemeld te hebben bij de brandaris en te horen gekregen te hebben dat er slechts een cm verhoging was startten wij om 4.05 uur in het pikkedonker. De wind was van Noord naar Oost gegaan, nog steeds krachtig en de lucht was dreigend, maar uitsluitend stratusbewolking. Het water kwam tot aan de kuiten en in 70 minuten bereikten we de Scheer. De harde wind maakte het lopen toch zwaarder dan verwacht bij deze gunstige waterhoogte. Om iets na vijven kwam de zon op, liet zich nog geen minuut zien en verdween achter de dikker wordende bewolking. Richting Harlingen ontwikkelde zich snel een klein buiencomplex met angstaanjagende donkergroene kleuren. Het regende er ook flink en even leek er iets van een waterhoos uit af te dalen.
Halverwege het stuk naar de Binnenbreesem schrokken we toch wel. In totaal drie ontladingen namen we waar uit de nog steeds richting Harlingen liggende bui. We besloten nog tot aan de Binnen Breesem door te gaan en dan te beslissen. Gelukkig begon de bui helemaal ineen te zakken, maar wel begon het ongenadig te regenen.
De Binnen Breesem betekende een half uurtje door kniediep water lopen vervolgens een kwartier over droogvallend wad en daarna een uur weer kniediep richting Driesprong. De gps gaf aan dat we op het keerpunt van mijn verkenning van 1 mei waren beland. Toen een stralende ochtend met baltsende Middelste zaagbekken, vissende dwergsterns en nieuwsgierige zeehonden, nu een grote dreigende watervlakte met af en toe at schuimkopjes.
Dit was ons punt of no return. Contact met de Brandaris leidde niet tot alarmerende informatie dus er werd koers gezet richting Driesprong. Een afsnijpoging liep stuk op een uitloper van het Foksdiep en koste ons een kwartier. Daar kropen ondertussen steeds meer zeehonden uit het water om op de steile oever te gaan liggen pitten. Dat gold even later ook voor de uitlopers van het Gasboeiengat. De zeehonden maakten duidelijk dat een passage westelijk van de Driesprong er niet inzat.
Vanaf de Driesprong hadden we wind schuin achter en ondertussen was de regen gestopt en de zon doorgebroken. Door de regen en zware tegenwind zaten we wel op onze maximaal aanvaardbare tijd. De Waardgronden waren grotendeels droog. In de uitlopers van het Engelsche Vaarwater stond ongeveer een meter water. Op de platen liepen wij makkelijk zes km per uur. Dit was andere koek, zon, wind mee, harde ondergrond en nog steeds goede benen.
Toen we om 10.40 het Keteldiep bereikte was dit al volledig volgestroomd en steeg het water erg snel. Door kniediep water, waardoor ineens niet meer zo makkelijk werd gelopen bereikten we tussen de lepelaars doorlopend om 12.02 uur het vaste land van Vlieland. Daar stelden we vast dat de benen toch wel aardig belast waren. Uitgebreid omkleden onder een lekker zonnetje, goed eten bij het Posthuys, dutje in de duinen, ritje met de Vlielandexpress en tocht je met de Vriendschap brachten ons terug op Texel.
Kees Rodenburg, Driebergen
Ben Verbree, Zeist