Geldigheidsduur verandert
Het wijzigingsvoorstel betrof de geldigheidsduur van de vergunning of ontheffing. Deze was één jaar en dat is veranderd in maximaal drie jaar. De wijziging is besproken met de wadlooporganisaties en met de Wadloopadviescommissie.
Idee is dat het de aanvragers werk scheelt (er hoeft niet ieder jaar meer een vergunning te worden aangevraagd) en ook de vergunningverlener heeft minder tijd nodig voor het afgeven van de vergunningen, machtigingen en ontheffingen. De door de wadlooporganisaties als hoog ervaren legeskosten kunnen daardoor wat lager worden. Wel blijft de verplichting bestaan jaarlijks opgave te doen van aantal tochten, aantal deelnemers e.d.
Er wordt naar gestreefd de geldigheidsduur van de vergunning of ontheffing parallel te laten lopen met de termijn van de afspraken die worden/zijn gemaakt in het Convenant Wadlopen. Daarom zal de vergunning van 2003 twee jaar geldig zijn en die van 2005 maximaal drie jaar.
Verder zijn in de verordening enkele onjuistheden aangepast.
Gelijkluidend
De Wadloopverordening is gelijkluidend voor de drie waddenprovincies. In de verordening wordt een aantal zaken wettelijk geregeld, met name wat betreft de veiligheid van wadlooptochten.
Lammert Kwant