Nieuwsarchief Wadlopen 2019 - 2021

WEL EN WEE WADDENZEE BESCHREVEN IN QUALITY STATUS REPORT 2004

vrijdag 16 december 2005

WILHELMSHAVEN - Kustsystemen zoals de Waddenzee zijn continu aan veranderingen onderhevig. Wijzigingen in zeeniveau, waterstromingen, klimaat of aanvoer van meststoffen, maar ook bijzondere gebeurtenissen als strenge winters of hete zomers voorkomen het ontstaan van een definitief evenwicht in het systeem. Rekening houdend met deze dynamiek gaat het 'Waddensea Quality Status Report 2004' in op recente ontwikkelingen in de Waddenzee.

Doelstellingen Waddenzee
Voor de Waddenzee gelden internationale doelstellingen die geformuleerd zijn door Nederland, Duitsland en Denemarken. Bij het toetsen van de ontwikkelingen aan deze doelstellingen speelt het ‘Waddensea Quality Status Report', dat om de vijf jaar verschijnt, een belangrijke rol. Uit de recente rapportage blijkt dat er enige reden is voor optimisme. De aanvoer van nutriënten uit rivieren is verminderd waardoor de eutrofiëring is afgenomen. Stikstofconcentraties wezen weliswaar niet op een significante reductie, maar de fosfaatconcentratie is sinds 1985 ongeveer gehalveerd. Vooral in het westelijk deel van de Waddenzee zijn de chlorofylgehalten, een maat voor de hoeveelheid algen, met 40% gedaald ten opzichte van 1976.

Trends
De hoeveelheid zware metalen die rivieren aanvoeren is de afgelopen tien jaar ongeveer gelijk gebleven of licht gedaald. Een uitzondering daarop is een verhoogde aanvoer van cadmium, koper en zink uit de Elbe in augustus 2002. Ook de con-centratie lood voldoet niet aan de doel-stellingen van de Waddenzeelanden.
Voor de meeste andere verontreinigende stoffen wordt echter een daling waar-genomen. Een uitzondering hierop vormen de hogere concentraties van trifenyltin, gebruikt bij de aardappelteelt, en het insecticide lindaan in de monding van de Elbe. Nieuwe verontreinigende stoffen, waar-onder broomhoudende vlamver-tragers, zijn wel aangetoond. De algehele doel-stelling dat de aanvoer van natuurvreemde stoffen naar nul wordt terug-gebracht, is niet gehaald. In het algeheel ecologisch functioneren zijn er positieve ontwikkelingen. Er lijkt voldoende voedsel voor vis- en plantenetende vogels en de zeehondenpopulatie heeft zich goed hersteld van de virus-epidemieën van 1988 en 2002. Indicatief voor een habitat met een goede kwaliteit is de uitbreiding van de broedpopulaties van zwartkopmeeuw en lepelaar vanuit zuidelijke streken. Wel hebben vogels die zich met schelpdieren voeden, waaronder de eidereend, de laatste jaren te maken gehad met voedselschaarste.

Exoten
Een groeiend probleem vormen van elders geïntroduceerde soorten, de zogeheten exoten. Zij dreigen de natuurlijke soorten te verdringen. Momenteel telt de Wadden- zee ongeveer 52 soorten planten en dieren die er oorspronkelijk niet voorkwamen. In sommige gevallen is er sprake van moedwillige introductie, zoals bij de Japanse oester die zich over de gehele Waddenzee heeft verspreid. In andere gevallen voerden schepen ‘verstekelingen' aan, onder meer met het ballastwater. Over het algemeen kan worden gesteld dat zich de afgelopen jaren een aantal positieve ontwikkelingen in de Wadden-zee heeft voorgedaan. Het uiteindelijke doel van de Waddenzeelanden, een natuurgebied met weinig menselijke beïnvloeding, is echter nog lang niet bereikt.