W@dgidsenWeb 2.1

U bent in menu 5. Nieuwsarchief

Nieuwsarchief Wadlopen 2019 - 2021

SCHUIM IN DE WADDENZEE

Schuim op strand
Algenschuim op het strand

vrijdag 17 augustus 2001

De toegenomen eutrofiëring van de Noordzee (toename van stikstof- en fosfaatgehalte e.d.) heeft geleid tot een toename van de plaagalg Phaeocystis. Men neemt aan dat de grotere hoeveelheden Phaeocystis ook de oorzaak zijn van de waargenomen toename van schuim op de Westeuropese kusten. Onderzoek van het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) heeft aangetooond dat dit inderdaad het geval is. 
Ca. 2 weken na bloei van Phaeocystis treedt schuimvorming op. Hoe sterker de bloei, hoe meer schuim wordt gevormd. Bloei treedt met name op in de periode begin april tot half juni. Schuimvorming daarmee samenhangend vooral van half april tot begin juli. Daarna neemt de kans op Phaeocystis-bloei snel af. Met een statistische toets kon worden aangetoond dat de kans dat het waargenomen verband tussen Phaeocystis en schuim op toeval berust kleiner is dan 1 : 1000. Met andere woorden: het is geen toeval !

Hoe ontstaat het schuim ?
Het is niet precies bekend. Een hypothese is dat, als algen afsterven (met name Phaeocystis), er stoffen vrijkomen die door de inwerking van de wind 'opgeklopt' worden tot schuim. Aan de Noordzeekust is er ook meer schuim na veel (westen)wind.

Welke stof of stoffen het zijn is onduidelijk. RIKZ heeft contact met bierbrouwer Heineken om dit te gaan onderzoeken. Bierschuim wordt gevormd uit eiwitten die gemaakt zijn door biergist. Het ligt voor de hand om aan te nemen dat algeneiwitten de basis van het zeeschuim vormen. Het opkloppen door de wind zou dan een soort 'Haagse bluf' geven (een bekend toetje van opgeklopt kippe-ei eiwit).

Uiteindelijk betekent het verminderen van de eutrofiëring en als gevolg daarvan een verlaging van de Phaeocystis-concentraties, ook een vermindering van schuim op strand en wad.

Bron: 'Primeur: verband tussen Phaeocystis en schuim aangetoond'. Louis Peperzak in Trendsinwater.nl, nr. 4, aug. 2001, uitgave Rijkswaterstaat en mededeling Louis Peperzak.